Slagschaduw
Windmolens produceren donkergroene elektriciteit en dat is natuurlijk een heel groot voordeel. Maar zoals u wellicht weet, kunnen windmolens ook slagschaduw veroorzaken. Vooral omwonenden van nieuwe windmolens hebben daar vragen over. Daarom leggen we in dit artikel uit hoe het zit met de slagschaduw van windmolens.
Wat is slagschaduw?
Met slagschaduw wordt de schaduw bedoeld die ontstaat als de zon tegen de wieken van de windmolen schijnt. Doordat de wieken bewegen, beweegt deze schaduw ook. Als deze bewegende schaduw over bijvoorbeeld ramen van woningen gaat, kunnen omwonenden dat als hinderlijk ervaren. Op de onderstaande infografic krijgt u een indruk hoe dat eruit kan zien.
Wanneer kan slagschaduw ontstaan?
Dat kan als de zon tegen de wieken schijnt en de windmolen draait. Tot hoever de schaduw reikt, kan heel erg wisselen. Zo staat de zon in de zomer hoger in de lucht. Dat zorgt ervoor dat de slagschaduw minder ver reikt dan bijvoorbeeld in het najaar of de winter, als de zon lager staat.
Wanneer heeft een omwonende last van slagschaduw?
Wanneer een omwonende last kan hebben van slagschaduw, hangt heel erg af van de positie van die woning ten opzichte van de windmolen. Als de windmolen bijvoorbeeld ten noorden van een woning staat, zal dat huis niet of nauwelijks worden geraakt door de slagschaduw. De zon schijnt immers nooit vanuit het noorden en kan dus een woning die ten zuiden van een windmolen staat niet raken.
Hoeveel slagschaduw mag een windmolen veroorzaken?
De officiële slagschaduwnorm is dat een windmolen gemiddeld maximaal 17 dagen per jaar een zogeheten gevoelig object meer dan 20 minuten per dag mag raken. Gevoelige objecten zijn woningen, scholen, ziekenhuizen, verpleeghuizen, verzorgingshuizen, psychiatrische inrichtingen en kinderdagverblijven. Bij slagschaduw wordt overigens alleen gekeken naar gevoelige objecten die binnen een afstand van twaalf keer de rotordiameter (rotordiameter = twee keer de lengte van de wieken) van de windmolen staan. Buiten deze afstand wordt er vanuit gegaan dat de schaduw zo diffuus is dat deze geen hinder meer kan opleveren. Maar dat is de officiële norm. In de praktijk hanteren veel initiatiefnemers van windmolens – wij ook – een strengere norm: een gevoelig object mag maximaal circa zes uur per jaar worden geraakt door de slagschaduw. Die circa zes uur is ontstaan door de 17 dagen en maximaal 20 minuten per dag uit de officiële norm te vermenigvuldigen. 17 maal 20 minuten is 340 minuten, dus 5 uur en 40 minuten. Dit wordt vaak afgerond op zes uur. Dit is strenger dan de officiële norm, omdat die norm toestaat dat een windmolen alle andere dagen van het jaar een gevoelig object minder dan 20 minuten per dag met de slagschaduw mag raken. De algemeen toegepaste norm van circa zes uur per jaar voorkomt dus veel hinder voor omwonenden. Deze norm staat los van het aantal windmolens en de hoogte daarvan. Of er nu één windmolen staat of tien en of deze 150 meter of 225 meter hoog is: een gevoelig object mag in totaal maximaal zes uur per jaar worden geraakt door de slagschaduw.
Slagschaduw is goed te voorspellen
Slagschaduw is hinderlijk, maar het heeft één voordeel: het is goed te voorspellen en daardoor kan er ook wat tegen worden gedaan. Voordat wij windmolens mogen plaatsen, moeten we door middel van een slagschaduwonderzoek aantonen dat we voldoen aan de slagschaduwnorm. Bij dat onderzoek wordt ervanuit gegaan dat er geen objecten zoals bomen en struiken tussen de windmolens en bijvoorbeeld woningen staan, terwijl dergelijke objecten in de praktijk de hinder van slagschaduw kunnen verminderen of helemaal kunnen wegnemen. Verder wordt ervan uitgegaan dat bij woningen in de omgeving de gevel 5 meter hoog is, 8 meter breed en vanaf een halve meter vanaf de grond helemaal uit glas bestaat. Ook kan uit dat onderzoek duidelijk worden bij een woning in welk jaargetijde de slagschaduw een gebouw kan raken en op welk tijdstip op de dag. Om te zorgen dat de norm van zes uur per jaar niet wordt overschreden, worden de windmolens af en toe automatisch stilgezet. Dit gebeurt met behulp van speciale software in de windmolens en daar is inmiddels veel ervaring mee met de vele windmolens die al in Nederland staan.